Information über das Wort aansporen (Niederländisch → Esperanto: admoni)

Synonyme: aanmanen, manen

WortartVerb
Aussprache/ˈanspoːrə(n)/
Trennungaan·spo·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) spoor aan(ik) spoorde aan
(jij) spoort aan(jij) spoorde aan
(hij) spoort aan(hij) spoorde aan
(wij) sporen aan(wij) spoorden aan
(jullie) sporen aan(jullie) spoorden aan
(gij) spoort aan(gij) spoordet aan
(zij) sporen aan(zij) spoorden aan
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) aanspore(dat ik) aanspoorde
(dat jij) aanspore(dat jij) aanspoorde
(dat hij) aanspore(dat hij) aanspoorde
(dat wij) aansporen(dat wij) aanspoorden
(dat jullie) aansporen(dat jullie) aanspoorden
(dat gij) aansporet(dat gij) aanspoordet
(dat zij) aansporen(dat zij) aanspoorden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
spoor aanspoort aan
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
aansporend, aansporende(hebben) aangespoord

Gebrauchsbeispiele

Nadat hij de verkiezingen had verloren, zou Trump zijn aanhangers hebben aangespoord tot een opstand.

Übersetzungen

Deutschermahnen; verwarnen; verweisen; rügen
Englischexhort
Englisch (Altenglisch)manian
Esperantoadmoni
Französischadmonester; engager; exhorter; faire des remontrances à; gronder; reprendre; réprimander; sommer de
Katalanischamonestar; exhortar; rependre
Portugiesischadmoestar; advertir; exortar; induzir; repreender
Russischувещевать
Saterfriesischanhoolde; fermoonje; toubaale
Spanischamonestar; reprender
Suaheli‐onya
Westfriesischoanfilterje; oanmoanje; oantrune