Information über das Wort beheren (Niederländisch → Esperanto: administri)

Synonyme: administreren, besturen

WortartVerb
Aussprache/bəˈɦeːrə(n)/
Trennungbe·he·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) beheer(ik) beheerde
(jij) beheert(jij) beheerde
(hij) beheert(hij) beheerde
(wij) beheren(wij) beheerden
(jullie) beheren(jullie) beheerden
(gij) beheert(gij) beheerdet
(zij) beheren(zij) beheerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) behere(dat ik) beheerde
(dat jij) behere(dat jij) beheerde
(dat hij) behere(dat hij) beheerde
(dat wij) beheren(dat wij) beheerden
(dat jullie) beheren(dat jullie) beheerden
(dat gij) beheret(dat gij) beheerdet
(dat zij) beheren(dat zij) beheerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
beheerbeheert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
beherend, beherende(hebben) beheerd

Gebrauchsbeispiele

Bovendien beheerde mijn man de financiën.

Übersetzungen

Afrikaansbeheer
Albanischadministroj
Deutschadministrieren; verwalten; leiten
Englischadminister; manage
Esperantoadministri
Französischadministrer; diriger; gérer; régir
Italienischamministrare; dirigere
Katalanischadministrar
Papiamentoatministrá
Portugiesischadministrar; gerir; reger
Russischадминистрировать; управлять
Saterfriesischadministrierje; ferwaltje
Schwedischförvalta
Spanischadministrar
Tschechischřídit; spravovat; vést
Ungarischadminisztrál
Westfriesischadministrearje; beheare; bestjoere; de administraasje dwaan