Information über das Wort autonoom (Niederländisch → Esperanto: aŭtonoma)

WortartAdjektief
Aussprache/ɑu̯toˈnom/
Trennungau·to·noom

Komparation

Positiveautonoom
Komparativautonomer
Superlativautonoomst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativautonoomautonomer(het) autonoomst, (het) autonoomste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlautonomeautonomereautonoomste
Sächlicher Einzahlautonoomautonomerautonoomst
Mehrzahlautonomeautonomereautonoomste
Bestimmtautonomeautonomereautonoomste
Partitivautonoomsautonomers 

Gebrauchsbeispiele

Het wordt de eerste regering van Sint Maarten, nadat het eiland op 10 oktober 2010 een autonoom land binnen het koninkrijk wordt.
Dat heeft de regering van de autonome regio Catalonië dinsdagavond bekendgemaakt.

Übersetzungen

Deutschautonom; unabhängig; frei; selbständig
Englischautonomous
Esperantoaŭtonoma
Niederdeutschselvstürend
Papiamentooutonomo
Russischавтономный
Saterfriesischautonom; sälwenferwaltjend
Spanischautónomo