Information über das Wort disconteren (Niederländisch → Esperanto: diskonti)

Synonym: verdisconteren

WortartVerb
Aussprache/dɪskɔnˈterə(n)/
Trennungdis·con·te·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) disconteer(ik) disconteerde
(jij) disconteert(jij) disconteerde
(hij) disconteert(hij) disconteerde
(wij) disconteren(wij) disconteerden
(jullie) disconteren(jullie) disconteerden
(gij) disconteert(gij) disconteerdet
(zij) disconteren(zij) disconteerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) discontere(dat ik) disconteerde
(dat jij) discontere(dat jij) disconteerde
(dat hij) discontere(dat hij) disconteerde
(dat wij) disconteren(dat wij) disconteerden
(dat jullie) disconteren(dat jullie) disconteerden
(dat gij) disconteret(dat gij) disconteerdet
(dat zij) disconteren(dat zij) disconteerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
disconteerdisconteert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
disconterend, disconterende(hebben) gedisconteerd

Übersetzungen

Deutschdiskontieren
Englischdiscount
Esperantodiskonti
Katalanischdescomptar