Information über das Wort uiteengaan (Niederländisch → Esperanto: disflui)

Synonyme: rinnen, vervloeien

WortartVerb
Aussprache/œy̯ˈteŋɣan/
Trennunguit·een·gaan

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(wij) uiteengaan(wij) uiteengingen
(jullie) uiteengaan(jullie) uiteengingen
(gij) uiteengaat(gij) uiteengingt
(zij) uiteengaan(zij) uiteengingen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat wij) uiteengaan(dat wij) uiteengingen
(dat jullie) uiteengaan(dat jullie) uiteengingen
(dat gij) uiteengaat(dat gij) uiteenginget
(dat zij) uiteengaan(dat zij) uiteengingen
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
uiteengaand, uiteengaande(zijn) uiteengegaan

Übersetzungen

Deutschverfließen; auseinander fließen; auseinander laufen; zerfließen; zerrinnen
Esperantodisflui