Information über das Wort zwinden (Niederländisch → Esperanto: malaperi)

Synonyme: ’m smeren, verdwijnen

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) zwind(ik) zwond
(jij) zwindt(jij) zwond
(hij) zwindt(hij) zwond
(wij) zwinden(wij) zwonden
(jullie) zwinden(jullie) zwonden
(gij) zwindt(gij) zwondt
(zij) zwinden(zij) zwonden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) zwinde(dat ik) zwonde
(dat jij) zwinde(dat jij) zwonde
(dat hij) zwinde(dat hij) zwonde
(dat wij) zwinden(dat wij) zwonden
(dat jullie) zwinden(dat jullie) zwonden
(dat gij) zwindet(dat gij) zwondet
(dat zij) zwinden(dat zij) zwonden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
zwindzwindt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
zwindend, zwindende(zijn) gezwonden

Übersetzungen

Afrikaansverdwyn
Dänischforsvinde
Deutschentschwinden; verschwinden; vergehen
Englischdisappear; vanish
Esperantomalaperi
Färöerischhvørva
Französischdisparaître
Katalanischdesaparèixer
Lateinabolescere; aboriri; aborisci; abscedere
Malaiischhilang
Papiamentodesaparesé; somentá
Polnischznikać
Portugiesischdesaparecer; sumir‐se
Rumänischdispărea
Russischисчезать
Saterfriesischferswiende
Schwedischförsvinna
Thaiหาย
Walisischdiflannu
Westfriesischferdwine