Information über das Wort verdwalen (Niederländisch → Esperanto: devojiĝi)

Synonyme: afdwalen, dwalen, de weg kwijtraken, van de weg afwijken, verdolen

WortartVerb
Aussprache/vərˈdʋalə(n)/
Trennungver·dwa·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) verdwaal(ik) verdwaalde
(jij) verdwaalt(jij) verdwaalde
(hij) verdwaalt(hij) verdwaalde
(wij) verdwalen(wij) verdwaalden
(jullie) verdwalen(jullie) verdwaalden
(gij) verdwaalt(gij) verdwaaldet
(zij) verdwalen(zij) verdwaalden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) verdwale(dat ik) verdwaalde
(dat jij) verdwale(dat jij) verdwaalde
(dat hij) verdwale(dat hij) verdwaalde
(dat wij) verdwalen(dat wij) verdwaalden
(dat jullie) verdwalen(dat jullie) verdwaalden
(dat gij) verdwalet(dat gij) verdwaaldet
(dat zij) verdwalen(dat zij) verdwaalden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
verdwaalverdwaalt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
verdwalend, verdwalende(zijn) verdwaald

Gebrauchsbeispiele

U zult vrijwel zeker verdwalen.

Übersetzungen

Afrikaansverdwaal
Deutschsich verirren; sich verlaufen
Englischgo astray; lose one’s way
Esperantodevojiĝi; elvojiri; vojerari; erari
Italienischperdersi; smarrirsi
Portugiesischir à garra; perder o rumo
Saterfriesischferdweele
Spanischdescarriarse; desviarse; extraviarse; perderse
Thaiหลงทาง; หลง
Westfriesischferdwale; ôfdwale