Information über das Wort haar (Niederländisch → Esperanto: ŝia)

Synonym: heur

Wortartpossesives Determinativ
Aussprache/ɦaːr/
Trennunghaar

Deklination

 MännlichWeiblichSächlichMehrzahl
Nominativhaarhaar, harehaarhaar, hare
Genitivharesharerharesharer
Dativhaar, harenhaar, harerhaar, harenhaar, haren
Akkusativhaar, harenhaar, harehaarhaar, hare

Gebrauchsbeispiele

Haar gezicht stond ernstig.
Haar gevoelens werden niet gedeeld door Galbraith Stride.
Ze woont daar met haar gevolg en niemand ontkomt die eenmaal in haar macht is.
Pas nu drong het tot hem door dat hij haar naam niet wist.
Hebben ze haar vingerafdrukken op de fles gevonden?
Maar zij was beeldschoon en sierlijk waren hare bewegingen.
Ik heb mijn nicht en haar echtgenoot naar hun respectievelijke hutten gebracht, kapitein.
Heb je haar spoor dan gezien?

Übersetzungen

Afrikaanshaar
Albanischsaj
Dänischhendes
Deutschihr; ihrige
Englischher
Esperantoŝia
Französischsa; son
Hawaiischkona
Jiddischאיר
Niederdeutschhöär
Papiamentosu
Polnischjej
Portugiesischseu; sua
Russischеё
Saterfriesischhier
Schwedischhennes
Scotsher
Spanischsu
Srananen
Suaheli‐ake
Thaiของเขา
Tschechischjejí
Westfriesischhar