Ditmaal waren de vogels vanuit het noorden gekomen.
Ditmaal werd ik met een glimlach begroet.
Ditmaal overwoog ze zijn vraag.
Ditmaal draaide er ossevlees rond aan het spit, en er stond een goede ton wijn klaar om te worden aangeslagen.
Jij zult ditmaal met mij meegaan.
Dat deden deze twee dan ook ditmaal.