Information über das Wort weg (Niederländisch → Esperanto: vojo)

WortartSubstantiv
Aussprache/ʋɛx/
Trennungweg
Geschlechtmännlich
Genitivweegs
Mehrzahlwegen

Verkleinerungswort
EinzahlMehrzahl
weggetje, wegjeweggetjes, wegjes

Gebrauchsbeispiele

De kortste weg tussen twee punten is een rechte lijn.
President Trump baande zich een weg naar de kerk.
Hoe kan ik mijn weg in dit bos vinden nu de duisternis invalt?

Übersetzungen

Afrikaanspad
Dänischvej
DeutschBahn; Strecke; Weg; Straße
Englischroute; way; course; pathway; road
Englisch (Altenglisch)weg; stræt; wise
Esperantovojo
Färöerischvegur
Finnischtie
Französischchemin; route; voie
Hawaiischala; ala hele; alanui
Isländischvegur
Italienischcammino; corsia; pista; strada; via
Jamaikanisches Kreolischwie; ruod
Jiddischװעג
Kabylischabrid
Katalanischcamí; carretera; via
Lateinvia
LuxemburgischWee; Strooss
Malaiischjalan
Niederdeutschweg
Norwegischvei
Papiamentokaminda; karetera; ruta
Polnischdroga
Portugiesischcaminho; estrada; rumo; via
Rumänischdrum
Russischдорога; путь
SaterfriesischBoan; Dom; Skausee; Wai
Schottisch Gälischrathad; slighe
Schwedischgång; stråt; väg
Scotsgate; wey
Spanischcamino; vía
Srananpasi
Suahelibarbara; njia
Thaiถนน; ทาง
Tschechischdráha; cesta; metoda; postup; způsob; silnice
Türkischyol
Ungarischút
Walisischffordd; heol
Westfriesischwei; reed