Information über das Wort decreteren (Niederländisch → Esperanto: dekreti)

Synonyme: verordenen, voorschrijven

WortartVerb
Aussprache/dekreˈterə(n)/
Trennungde·cre·te·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) decreteer(ik) decreteerde
(jij) decreteert(jij) decreteerde
(hij) decreteert(hij) decreteerde
(wij) decreteren(wij) decreteerden
(jullie) decreteren(jullie) decreteerden
(gij) decreteert(gij) decreteerdet
(zij) decreteren(zij) decreteerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) decretere(dat ik) decreteerde
(dat jij) decretere(dat jij) decreteerde
(dat hij) decretere(dat hij) decreteerde
(dat wij) decreteren(dat wij) decreteerden
(dat jullie) decreteren(dat jullie) decreteerden
(dat gij) decreteret(dat gij) decreteerdet
(dat zij) decreteren(dat zij) decreteerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
decreteerdecreteert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
decreterend, decreterende(hebben) gedecreteerd

Übersetzungen

Deutschdekretieren; verfügen; verordnen
Englischdecree
Esperantodekreti
Portugiesischdecretar
Saterfriesischdekretierje; ferföigje