Information über das Wort bijgelovig (Niederländisch → Esperanto: superstiĉa)

WortartAdjektief
Aussprache/bɛi̯ɣəˈlovəx/
Trennungbij·ge·lo·vig

Komparation

Positivebijgelovig
Komparativbijgeloviger
Superlativbijgelovigst

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativbijgelovigbijgeloviger(het) bijgelovigst, (het) bijgelovigste
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlbijgelovigebijgelovigerebijgelovigste
Sächlicher Einzahlbijgelovigbijgelovigerbijgelovigst
Mehrzahlbijgelovigebijgelovigerebijgelovigste
Bestimmtbijgelovigebijgelovigerebijgelovigste
Partitivbijgelovigsbijgelovigers 

Gebrauchsbeispiele

Het is een bijgelovig stelletje.
Ed was niet bijgelovig!
Maar ik snap niet waarom hij hier op het eiland zo bijgelovig is geworden.

Übersetzungen

Dänischovertroisk
Deutschabergläubisch
Englischsuperstitious
Esperantosuperstiĉa
Italienischsuperstizioso
Papiamentosupersticioso
Portugiesischsupersticioso
Saterfriesischuurgloowsk
Schwedischvantrogen; vidskeplig
Spanischsupersticioso
Tschechischpověrčivý
Türkischbatıl
Walisischcoelgrefyddol; ofergoelus
Westfriesischbyleauwich