Information über das Wort geluid (Niederländisch → Esperanto: sono)

Synonyme: gerucht, klank

WortartSubstantiv
Aussprache/ɣəˈlœy̯t/
Trennungge·luid
Geschlechtsächlich
Mehrzahlgeluiden

Verkleinerungswort
EinzahlMehrzahl
geluidjegeluidjes

Gebrauchsbeispiele

Omdat wij aan de waterkant zaten, kon het geluid van een kikker geen argwaan wekken.
Het duurde niet lang of zekere geluiden wezen erop dat ze vlak bij hun doel waren.
Het geluid dat Tarzans aandacht had getrokken, kwam dichterbij.
Dat vreemde geluid was te veel voor heer Ollie.
En toen hoorde hij het geluid van voetstappen die naar beneden kwamen.

Übersetzungen

Afrikaansgeluid; klank
Albanischzhurmë
Dänischlyd
DeutschHall; Klang; Laut; Schall; Ton
Englischsound; noise
Esperantosono
Färöerischljóð
Französischson
Italienischsuono
Katalanischso
Lateinaccentus; canor
LuxemburgischSchall
Malaiischbunyi; suara
Niederdeutschgelüüd; klank
Norwegischlyd
Papiamentozonido; zonidu
Portugiesischsom; sonido
SaterfriesischKloang; Luud; Skal; Toon
Schottisch Gälischseirm
Schwedischljud; läte
Scotssoond
Spanischsonido
Tschechischtón; zvuk
Ungarischhangzás
Walisischsŵn
Westfriesischlûd