Information über das Wort datum (Niederländisch → Esperanto: dato)

Synonyme: dagtekening, datering

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈdatəm/, /ˈdatɵm/
Trennungda·tum
Geschlechtmännlich
Mehrzahldata, datums

Gebrauchsbeispiele

De beeldroman is een kunstvorm van recente datum.
Dat gaf me een idee, en dat bracht me hier om een aantal data na te trekken.
Op de aangifte is de datum vermeld waarop de betaling uiterlijk binnen moet zijn.
Er stonden alleen maar data en de namen van de kampen op.
Wat was de datum, zei je?

Übersetzungen

Afrikaansdatum
Albanischdatë
Dänischdato
DeutschDatum; Zeitangabe; Zeitpunkt
Englischdate
Esperantodato
Finnischpäivämäärä
Französischdate
Isländischdagsetning
Italienischdata
Katalanischdata
LuxemburgischDatum
Niederdeutschdåtum
Norwegischdato
Papiamentofecha
Polnischdata
Portugiesischdata
Rumänischdată
Russischчисло
SaterfriesischDoatum
Schwedischdatum
Spanischfecha
Suahelitarehe
Thaiวันที่
Ungarischdátum
Westfriesischdei; datum