Information über das Wort risico (Niederländisch → Esperanto: risko)

Synonyme: gewaagdheid, waag

WortartSubstantiv
Aussprache/ˈriziko/
Trennungri·si·co
Geschlechtmännlich oder sächlich
Mehrzahlrisico’s

Gebrauchsbeispiele

Nou ja, dat is nou eenmaal het risico van mijn vak.
Elke goede dief moet leren bepaalde risico’s te aanvaarden.
De man nam te veel risico.
Voor zover ik begrepen heb, is het de bedoeling dat wij ons best doen, maar dat we geen risico’s nemen.
Natuurlijk zijn er risico’s.
Ik wist dat er de risico van sneeuw was, hoewel er zelden een dik pak valt zo ver in het zuiden, behalve hoog op de bergen.
Dat is het risico waard.

Übersetzungen

Afrikaansrisiko
Albanischrrezik
Dänischrisiko
DeutschRisiko; Wagnis
Englischhazard; risk; venture
Esperantorisko
Färöerischváði
Französischaléa; peril; risque
Italienischrischio
Malaiischresiko
Norwegischrisiko
Papiamentorísiko
Portugiesischrisco
SaterfriesischRisiko; Woognis
Schwedischrisk
Spanischriesgo
Tschechischriziko
Ungarischkockázat
Westfriesischnoed; risiko