Information über das Wort recht (Niederländisch → Esperanto: rekta)

WortartAdjektief
Aussprache/rɛxt/
Trennungrecht

Komparation

Positiverecht
Komparativrechter
Superlativmeest rechts

Deklination

 PositiveKomparativSuperlativ
Predikativrechtrechter(het) meest rechts, (het) meest rechtse
AttributivUnbestimmtMännlicher und weiblicher Mehrzahlrechterechteremeest rechte
Sächlicher Einzahlrechtrechtermeest rechts
Mehrzahlrechterechteremeest rechte
Bestimmtrechterechteremeest rechte
Partitivrechtsrechters 

Gebrauchsbeispiele

Op die lange rechte brug was het natuurlijk onmogelijk om erachteraan te gaan en daarom gokte Arglistig dat ze inderdaad de brug over zouden gaan.

Übersetzungen

Dänischlige
Deutschaufrecht; direkt; gerade; gradlinig; unmittelbar; recht
Englischstraight
Esperantorekta
Färöerischbeinur
Finnischsuora
Französischdirect; droit
Hawaiischpololei
Isländischréttur
Italienischdestro
Katalanischdirecte; dret; recte
Lateinrectus
Luxemburgischriicht
Malaiischlurus
Niederdeutschrecht
Norwegischrett
Polnischprosty
Portugiesischdireito; directo; reto
Rumänischdirect
Russischпрямой
Schottisch Gälischdìreach
Schwedischrak; rät
Spanischdirecto; estricto; recto; tieso
Srananleti
Thaiตรง
Tschechischpřímý
Westfriesischrjocht