Information über das Wort gelach (Niederländisch → Esperanto: ridado)

Synonyme: lachbui, lachen

WortartSubstantiv
Aussprache/ɣəˈlɑx/
Trennungge·lach
Geschlechtsächlich

Gebrauchsbeispiele

Maar wat hij zei, was volkomen onverstaanbaar in de losbarstende orkaan van gelach om hem heen.
En na deze verschrikkelijke woorden barstte de bejaarde apotheker in een afschuwelijk gelach los.

Übersetzungen

Dänischlatter
DeutschGelächter; Lache
Englischlaughter
Englisch (Altenglisch)hleahtor
Esperantoridado
Italienischrisa
Katalanischriure
Lateinrisus
Papiamentoharimento; harimentu
Portugiesischriso
SaterfriesischLaachjen
Schwedischskratt; åtlöje
Spanischrisa
Westfriesischgelaak; gelaits; laitsjen