Information über das Wort malen (Niederländisch → Esperanto: mueli)

Synonyme: kwellen, vermalen

WortartVerb
Aussprache/ˈmalə(n)/
Trennungma·len

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) maal(ik) maalde
(jij) maalt(jij) maalde
(hij) maalt(hij) maalde
(wij) malen(wij) maalden
(jullie) malen(jullie) maalden
(gij) maalt(gij) maaldet
(zij) malen(zij) maalden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) male(dat ik) maalde
(dat jij) male(dat jij) maalde
(dat hij) male(dat hij) maalde
(dat wij) malen(dat wij) maalden
(dat jullie) malen(dat jullie) maalden
(dat gij) malet(dat gij) maaldet
(dat zij) malen(dat zij) maalden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
maalmaalt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
malend, malende(hebben) gemalen

Gebrauchsbeispiele

Maal er nog wat peper overheen.

Übersetzungen

Albanischbluaj
Dänischmale
Deutschmahlen
Englischgrind
Esperantomueli
Färöerischknúsa; mala
Finnischjauhaa
Französischmoudre
Italienischmacinare
Katalanischmoldre
Portugiesischmoer
Saterfriesischgriene; määlnje
Spanischmoler
Srananmiri
Tschechischmlít; umlít
Westfriesischmeale; mealle