Information über das Wort 'dichtvouwen' [dut] (epo: kunfaldi)

Synonyme: opvouwen, toevouwen

Konjugation

Indikativ
Präsens	Präterium
(ik) vouw dicht	(ik) vouwde dicht
(jij) vouwt dicht	(jij) vouwde dicht
(hij) vouwt dicht	(hij) vouwde dicht
(wij) vouwen dicht	(wij) vouwden dicht
(jullie) vouwen dicht	(jullie) vouwden dicht
(gij) vouwt dicht	(gij) vouwdet dicht
(zij) vouwen dicht	(zij) vouwden dicht
Konjunktiv
Präsens	Präterium
(dat ik) dichtvouwe	(dat ik) dichtvouwde
(dat jij) dichtvouwe	(dat jij) dichtvouwde
(dat hij) dichtvouwe	(dat hij) dichtvouwde
(dat wij) dichtvouwen	(dat wij) dichtvouwden
(dat jullie) dichtvouwen	(dat jullie) dichtvouwden
(dat gij) dichtvouwet	(dat gij) dichtvouwdet
(dat zij) dichtvouwen	(dat zij) dichtvouwden
Imperativ
Einzahl/Mehrzahl	Mehrzahl
vouw dicht	vouwt dicht
Partizipien
Präsenspartizip	Perfektpartizip
dichtvouwend, dichtvouwende	(hebben) dichtgevouwen