Information über das Wort binnenrijden (Niederländisch → Esperanto: enveturi)

Synonym: binnenvaren

WortartVerb
Aussprache/ˈbɪnə(n)rɛi̯də(n)/, /ˈbɪnə(n)rɛi̯jə(n)/
Trennungbin·nen·rij·den

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) rij binnen, rijd binnen(ik) reed binnen
(jij) rijdt binnen(jij) reed binnen
(hij) rijdt binnen(hij) reed binnen
(wij) rijden binnen(wij) reden binnen
(jullie) rijden binnen(jullie) reden binnen
(gij) rijdt binnen(gij) reedt binnen
(zij) rijden binnen(zij) reden binnen
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) binnenrijde(dat ik) binnenrede
(dat jij) binnenrijde(dat jij) binnenrede
(dat hij) binnenrijde(dat hij) binnenrede
(dat wij) binnenrijden(dat wij) binnenreden
(dat jullie) binnenrijden(dat jullie) binnenreden
(dat gij) binnenrijdet(dat gij) binnenredet
(dat zij) binnenrijden(dat zij) binnenreden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
rij binnen, rijd binnenrijdt binnen
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
binnenrijdend, binnenrijdende(zijn) binnengereden

Gebrauchsbeispiele

Je kunt moeilijk zomaar Dadiche binnenrijden, daar op de deur bonzen en roepen: „Geef me mijn zaken terug!”
Een vrachtwagen is dinsdag een huis binnengereden in de Belgische provincie West‐Vlaanderen.

Übersetzungen

Deutscheinfahren
Englischdrive in
Esperantoenveturi
Portugiesischentrar
Spanischentrar
Westfriesischbinnenride