Informasie oor die woord voorwerp (Nederlands → Esperanto: objekto)

Sinonieme: ding, object, onderwerp

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈvorʋɛrᵊp/
Afbrekingvoor·werp
Geslagonsydig
Meervoudvoorwerpen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
voorwerpjevoorwerpjes

Voorbeelde van gebruik

De troepen uit Rhode Island waren het voorwerp van veel belangstelling en jaloezie.
Zijn ogen gleden naar het voorwerp van zijn hebzucht.
„Waarde broeder,” zei de bewoner van de hut, „het heeft Onze Vrouwe en Sint Dunstan behaagd mij tot het voorwerp van deze deugden te maken.”
Terwijl de voorwerpen in Nederland waren, werd het Oekraïense schiereiland echter door Rusland geannexeerd, waarna beide landen de voorwerpen opeisten.

Vertalinge

Albaniesgjë; objekt
Deensting
DuitsDing; Gegenstand; Objekt
Engelsarticle; object; thing
Engels (Ou Engels)þing
Esperantoobjekto
Faroëeslutur; ting
Finsesine
Franschose; objet
Italiaanscosa; oggetto
Katalaansobjecte
LuxemburgsObjet
Maleisbenda
Nederduitsding; underwarp
Noorsting
Papiamentskoroto; kos; opheto
Poolsobiekt; przedmiot
Portugeesartigo; assunto; coisa; complemento; objecto
Roemeenslucru; obiect
Russiesвещь
SaterfriesDiert; Ding; Objekt; Wierks
Spaansobjeto
Swahilikitu
Sweedsobjekt
Tsjeggiescíl; objekt; předmět; věc
Wes‐Friesûnderwerp