Informasie oor die woord stom (Nederlands → Esperanto: muta)

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/stɔm/
Afbrekingstom

Verbuiging

Predikatief
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudstomme
Onsydige enkelvoudstom
Meervoudstomme
Bepaaldstomme
Partitiefstoms

Voorbeelde van gebruik

Maar slechts de stomme dochter van de keizer, die uit haar kamer de tuin met de bron kon overzien, wist de oplossing van het raadsel.
Geld dat stom is, maakt recht wat krom is, moet hij hebben gedacht en daar ging de cheque dan.

Vertalinge

Albaniesmemec
Deensstum
Duitssprachlos; stumm
Engelsdumb; mute; speechless
Engels (Ou Engels)dumb
Esperantomuta
Faroëesdumbur; tigandi
Finsmykkä
Fransmuet
Hongaarsnéma
Italiaansmuto
Katalaansmut
Noorsstum
Papiamentsmudo; mudu
Portugeescalado; mudo
Saterfriessproakloos; stum
Spaansmudo
Sweedsstum
Tsjeggiesněmý