Informasie oor die woord menigte (Nederlands → Esperanto: multego)

Sinoniem: heer

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈmenəxtə/
Afbrekingme·nig·te

Voorbeelde van gebruik

Ik leer uit menigten bronnen.
Over een standaard lagen doeken gereed, op het rek daarboven stond een menigte potjes en dozen waarin ze olie en parfums vermoedde.

Vertalinge

DuitsUnmasse; Unzahl
Esperantomultego
Fransmultitude