Informasie oor die woord oud (Nederlands → Esperanto: maljuna)

Sinoniem: bejaard

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/ɑu̯t/
Afbrekingoud

Trappe van vergelyking

Stellende trapoud
Vergrotende trapouder, ouwer
Oortreffende trapoudst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefoudouder, ouwer(het) oudst, (het) oudste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudoude, ouweoudere, ouwereoudste
Onsydige enkelvoudoudouder, ouweroudst
Meervoudoude, ouweoudere, ouwereoudste
Bepaaldoude, ouweoudere, ouwereoudste
Partitiefoudsouders, ouwers 

Voorbeelde van gebruik

Daarna wilde hij weer weggaan, maar de oude man sprak hem aan.
Je bent nog helemaal niet oud!
Ik ben ouder geworden.
Het was een verzameling dwergen die oplettend luisterde naar de woorden die de oudste sprak.
Ik ben nu oud en met mij zal het spoedig uit zijn.
Ze zouden worden gedood omdat ze oud en ziek zijn.
Blijkbaar was hij niet door de oude mijnwerker geschreven.
De oudste delen van het eiland zijn 17 tot 20 miljoen jaar oud.
Hee, ik geloof werkelijk dat die oude Jane Marple daar zit.
Ik ben oud en vrees niet langer gevaar.

Vertalinge

Afrikaansoud; bejaard
Deensgammel
Duitsalt; bejahrt; betagt
Engelsold; aged
Engels (Ou Engels)eald
Esperantomaljuna; olda
Faroëesgamal
Finsvanha
Fransolda; vieux
Hongaarsidős; öreg
Italiaansvecchio
Jamaikaanse Patoishaadbak; uol; huol
Jiddisjאַלט
Kabiliesamγar
Latynanus; vetus; vetustus
Luxemburgsal
Maleistua
Nederduitsold
Noorsgammel
Papiamentsbieu
Poolsstary
Roemeensbătrân
Russiesстарый
Saterfriesbejierd; oold
Skotsauld
Skots-Gaeliessean
Spaansanciano; viejo
Sranangran; grani
Sweedsgammal; åldrig
Tagalogmatandâ
Thaiแก่; ชรา
Tsjeggiesstarý
Wes‐Friesâld
Yslandsgamall