Informasie oor die woord goor (Nederlands → Esperanto: malfreŝa)

Sinonieme: adellijk, benauwd, gortig, muf, oud, oudbakken, smoezelig

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/ɣor/
Afbrekinggoor

Trappe van vergelyking

Stellende trapgoor
Vergrotende trapgoorder
Oortreffende trapgoorst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefgoorgoorder(het) goorst, (het) goorste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudgoregoorderegoorste
Onsydige enkelvoudgoorgoordergoorst
Meervoudgoregoorderegoorste
Bepaaldgoregoorderegoorste
Partitiefgoorsgoorders 

Vertalinge

Duitsschal; abgestanden; alt; altbacken; nicht mehr frisch; nicht mehr taufrisch
Engelsstale
Esperantomalfreŝa
Fransrassis
Portugeespassado; seco
Spaansmanido; oprimido
Turksbayat