Informasie oor die woord steken (Nederlands → Esperanto: brulpiki)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/stekə(n)/
Afbrekingste·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(hij) steekt(hij) stak
(zij) steken(zij) staken
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat hij) steke(dat hij) stake
(dat zij) steken(dat zij) staken
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
stekend, stekende(hebben) gestoken

Voorbeelde van gebruik

Haar wonden begonnen te steken van het zout.

Vertalinge

Esperantobrulpiki