Informasie oor die woord aangrenzend (Nederlands → Esperanto: limtuŝanta)

Sinoniem: aanliggend

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/aŋˈɣrɛnzənt/
Afbrekingaan·gren·zend

Verbuiging

Predikatief
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudaangrenzende
Onsydige enkelvoudaangrenzend
Meervoudaangrenzende
Bepaaldaangrenzende
Partitiefaangrenzends

Vertalinge

Duitsangrenzend; anstoßend
Engelsadjacent; adjoining; abutting
Esperantolimtuŝanta
Fransadjacent
Saterfriesangränsjend; ansteetend; in de Noaberskup
Spaansadyacente; contiguo; vecino
Wes‐Friesneistlizzend