Informasie oor die woord vrijlaten (Nederlands → Esperanto: lasi libera)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvrɛi̯latə(n)/
Afbrekingvrij·la·ten

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) laat vrij(ik) liet vrij
(jij) laat vrij(jij) liet vrij
(hij) laat vrij(hij) liet vrij
(wij) laten vrij(wij) lieten vrij
(jullie) laten vrij(jullie) lieten vrij
(gij) laat vrij(gij) liet vrij
(zij) laten vrij(zij) lieten vrij
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) vrijlate(dat ik) vrijliete
(dat jij) vrijlate(dat jij) vrijliete
(dat hij) vrijlate(dat hij) vrijliete
(dat wij) vrijlaten(dat wij) vrijlieten
(dat jullie) vrijlaten(dat jullie) vrijlieten
(dat gij) vrijlatet(dat gij) vrijlietet
(dat zij) vrijlaten(dat zij) vrijlieten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
laat vrijlaat vrij
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
vrijlatend, vrijlatende(hebben) vrijgelaten

Voorbeelde van gebruik

Dat Ritzy, als hij op borgstelling was vrijgelaten, niet gezien wilde worden, was te begrijpen.
Hij zette toen de politie in Milaan onder druk om Ruby vrij te laten.

Vertalinge

Afrikaansvrylaat
Engelsset free
Esperantolasi libera