Informasie oor die woord gil (Nederlands → Esperanto: kriego)

Sinonieme: krijs, schreeuw, misbáár

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ɣɪl/
Afbrekinggil
Geslagmanlik
Meervoudgillen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
gilletjegilletjes

Voorbeelde van gebruik

Heer Bommel slaakte een gil en had er plotseling genoeg van.
Terwijl zij gillen van woede uitten, grepen ze hun zwaarden en stortten ze zich naar voren.

Vertalinge

DuitsGeheul; lauter Schrei
Engelsscream; screech; yell
Esperantokriego
Fransclameur
Papiamentsgritu
SaterfriesKrietskjen; Skräif; Skräift
Spaansalarido