Informasie oor die woord vracht (Nederlands → Esperanto: kargo)

Sinonieme: carga, lading, scheepslading

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/vrɑxt/
Afbrekingvracht
Geslaghistories vroulik, teënwoordig ook manlik
Meervoudvrachten

Voorbeelde van gebruik

Het was de gewoonte dat enkel de kapitein het schip mocht verlaten voor de vracht was gelost.

Vertalinge

Afrikaansvrag
DuitsLadung; Fracht; Kargo; Ladegut
Engelscargo; freight
Esperantokargo
Faroëesskipsfarmur
Hongaarsrakomány
Nederduitsvracht
Noorslast
Spaanscarga; cargamento