Informasie oor die woord waard (Nederlands → Esperanto: gastejestro)

Sinonieme: herbergier, logementhouder

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ʋaːrt/
Afbrekingwaard
Geslagmanlik
Meervoudwaarden

Voorbeelde van gebruik

Voordat hij echter uitdrukking aan zijn gevoelens had kunnen geven, kwam de waard binnenstormen.
Nu verscheen ook de waard in de deuropening.
De herberg van Breeg stond er echter nog en de waard was een belangrijk man.

Vertalinge

DuitsWirt
Engelshost; innkeeper; landlord
Esperantogastejestro; gastejmastro
Fransaubergiste
Latyncopa
SaterfriesWeerd
Srananwarti
Sweedsvärd