Informasie oor die woord dicht (Nederlands → Esperanto: densa)

Sinonieme: dik, gebonden, aaneengesloten, dens

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/dɪxt/
Afbrekingdicht

Trappe van vergelyking

Stellende trapdicht
Vergrotende trapdichter
Oortreffende trapdichtst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefdichtdichter(het) dichtst, (het) dichtste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervouddichtedichteredichtste
Onsydige enkelvouddichtdichterdichtst
Meervouddichtedichteredichtste
Bepaalddichtedichteredichtste
Partitiefdichtsdichters 

Voorbeelde van gebruik

Het bos werd minder dicht en de helling werd steiler.
Ongelukkigerwijs begon tegen vijf uur de mist dichter te worden, de wind ging liggen en het zicht beperkte zich tot een honderd vadem.
Wij stonden in een dichte groep op het strand naar de passagier te kijken.

Vertalinge

Deenstæt
Duitsdicht; gedrängt; geschlossen
Engelsdense; thick
Esperantodensa
Faroëestjúkkur; tættur
Finstiheä
Fransdense
Hongaarssűrű
Italiaansdenso
Katalaansdens
Portugeesbasto; cerrado; compacto; denso; espesso
Russiesгустой
Saterfriessleeten; ticht; tjuk
Skotsticht; thrang
Spaansdenso; espeso