Sinonieme: betamelijk, fatsoenlijk, keurig, netjes, voegzaam, welvoeglijk, net
Woordsoort | byvoeglike naamwoord |
---|
Uitspraak | /bəˈɦoːrlək/ |
---|
Afbreking | be·hoor·lijk |
---|
Trappe van vergelyking
Stellende trap | behoorlijk |
---|
Vergrotende trap | behoorlijker |
---|
Oortreffende trap | behoorlijkst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Oortreffende trap |
---|
Predikatief | behoorlijk | behoorlijker | (het) behoorlijkst, (het) behoorlijkste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlike en vroulike meervoud | behoorlijke | behoorlijkere | behoorlijkste |
---|
Onsydige enkelvoud | behoorlijk | behoorlijker | behoorlijkst |
---|
Meervoud | behoorlijke | behoorlijkere | behoorlijkste |
---|
Bepaald | behoorlijke | behoorlijkere | behoorlijkste |
---|
Partitief | behoorlijks | behoorlijkers | |
---|
Hij betaalde er een behoorlijke prijs voor.
In heel het eindeloze poolgebied is geen materiaal te vinden waaruit een behoorlijk nest gemaakt zou kunnen worden.