Informasie oor die woord wal (Nederlands → Esperanto: bordo)

Sinonieme: boord, kant, oever, waterkant

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ʋɑl/
Afbrekingwal
Geslagmanlik

Voorbeelde van gebruik

Daarna sprong hij aan wal.
Zodra de wind ons aan wal blaast, stappen we uit en gaan terug naar Ao Hidis voor een nieuwe poging.
Telkens deed men de wal aan.
Niettemin konden de kapitein van het vaartuig en de acht koppen der bemanning veilig aan wal worden gebracht.
Denkt u dat we vanaf de wal kunnen worden gezien?

Vertalinge

Afrikaanswal
Deensbred
DuitsGestade; Ufer; Rand
Engelsbank; shore; coast
Engels (Ou Engels)ofer
Esperantobordo
Faroëesstrond
Finsranta
Fransbord; côte; rive
Hongaarspart
Italiaansbordo
Katalaansriba; ribera; vora
Latynlimbus
Papiamentskanto; kantu
Poolsbrzeg
Portugeesborda; margem
Russiesберег
SaterfriesKuste; Ouger; Strand
Skots-Gaeliescladach
Spaansorilla
Sranansyoro; watrasey
Sweedsstrand
Thaiฝั่ง
Tsjeggiesbřeh; pobřeží
Wes‐Friesigge; wâl