Informasie oor die woord landgoed (Nederlands → Esperanto: bieno)

Sinonieme: bezitting, boerderij, boerenplaats, goed, plaats, zate, hoeve

Voorbeelde van gebruik

Vrouwe Anna wenst jullie niet op haar landgoed te ontvangen.

Maar als jongen had ik dikwijls gelogeerd op Styles, het landgoed van zijn moeder in Essex.

Ik ben nu vier dagen op mijn landgoed en ik heb nog geen ogenblik rust gehad.

Afrikaans	plaas; boerdery
Deens	bondegård; gård
Duits	Bauernhof; Besitzung; Gut; Landgut; Bauerngut
Engels	estate; property
Engels (Ou Engels)	þorp
Esperanto	bieno
Faroëes	bóndagarður
Fins	maatila
Frans	bien; domaine; fonds; propriété; propriété foncière
Hongaars	gazdaság
Italiaans	bene; fattoria
Katalaans	hisenda
Latyn	vicus; villa; stabulum
Nederduits	buurderye
Noors	gård
Portugees	bens de raiz; domínio; fazenda; granja; propriedade; roça; terras
Russies	ферма; имение
Saterfries	Buuräi; Buurenhoaf; Ploats; Stede
Skots	ferm
Spaans	finca; propriedad
Sweeds	bondgård; gård; säteri
Wallies	fferm
Wes‐Fries	boerepleats; boupleats; pleats
Yslands	bú; búgarður; stórbýli