Informasie oor die woord hoorn (Nederlands → Esperanto: aŭskultilo)

Sinoniem: horen

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ɦorᵊn/
Afbrekinghoorn
Geslagmanlik
Meervoudhoorns

Voorbeelde van gebruik

Battle pakte de telefoon en sprak in de hoorn.
Even dacht hij erover er geen aandacht aan te schenken, doch na enig aarzelen nam hij de hoorn op.
Hij legde de hoorn neer en daarbij viel zijn blik op heer Ollie, die bezig was om te verdwijnen.

Vertalinge

DuitsHörer; Hörrohr
Engelsearphone
Esperantoaŭskultilo; aŭdilo; orelumo
Fransécouteur; sthétoscope
Nederduitshoorn
Portugeesestetoscópio; fone; receptor