Informasie oor die woord schare (Nederlands → Esperanto: aro)

Sinonieme: array, drift, hoop, partij, schaar, school, set, stel, troep, verzameling, vlucht, zwerm, reut

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈsxaːrə/
Afbrekingscha·re
Geslaghistories vroulik, teënwoordig ook manlik
Meervoudscharen

Voorbeelde van gebruik

In een van deze gebouwtjes zat het hoofd van de schare, Ibbele Hoeder, op een strootje te kauwen.

Vertalinge

Esperantoaro