Informasie oor die woord waarderen (Nederlands → Esperanto: ŝati)

Sinonieme: geven om, hechten aan, houden van, blieven, op prijs stellen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ʋaːrˈdeːrə(n)/
Afbrekingwaar·de·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) waardeer(ik) waardeerde
(jij) waardeert(jij) waardeerde
(hij) waardeert(hij) waardeerde
(wij) waarderen(wij) waardeerden
(jullie) waarderen(jullie) waardeerden
(gij) waardeert(gij) waardeerdet
(zij) waarderen(zij) waardeerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) waardere(dat ik) waardeerde
(dat jij) waardere(dat jij) waardeerde
(dat hij) waardere(dat hij) waardeerde
(dat wij) waarderen(dat wij) waardeerden
(dat jullie) waarderen(dat jullie) waardeerden
(dat gij) waarderet(dat gij) waardeerdet
(dat zij) waarderen(dat zij) waardeerden
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
waarderend, waarderende(hebben) gewaardeerd

Voorbeelde van gebruik

Er was wel een geschikt en gemakkelijk pad langs de oever, om van de hoogte af te dalen, maar dat miste het voordeel van moeite en gevaar, door een zeerover zo gewaardeerd.
Toch waardeer ik jullie medeleven.

Vertalinge

Afrikaanslief wees vir; hou van
Albaniesdua
Deenskunne lide; sætte pris på; synes om
Duitsachten; mögen; schätzen; wertschätzen; würdigen
Engelsappreciate
Esperantoŝati
Faroëesdáma; meta høgt
Finsarvostaa
Fransaimer; apprécier; estimer
Grieksαγαπώ
Hongaarskedvel; szeret
Italiaansapprezzare
Jamaikaanse Patoislaik
Katalaansapreciar; estimar; trobar agradable
Maleissuka
Noorssette pris på; like
Papiamentsgusta
Poolscenić; lubić
Portugeesapreciar; estimar; gostar de; prezar
Saterfriesmuuge; oachtje; skätsje
Skotslike
Spaansapreciar; estimar
Srananlobi
Swahili‐penda
Sweedstycka om; uppskatta
Thaiนิยม; ชอบ
Turksbeğenmek
Wallieshoffi
Wes‐Friesmogen
Yslandsmeta mikils; þykja vænt um