Informasie oor die woord tuinman (Nederlands → Esperanto: ĝardenisto)

Sinonieme: hovenier, tuinier

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈtœy̯mɑn/
Afbrekingtuin·man
Geslagmanlik
Meervoudtuinlieden, tuinlui

Voorbeelde van gebruik

Hier is in geen jaren een tuinman geweest.
Ik heb alleen maar in de verte de tuinman gezien, dat was alles.
Ja meneer, een van de tuinlui heeft me er iets van verteld.
Hoe vond ze een tuinman die niet enkel zijn vak kende maar lezen en schrijven kon en begreep wat haar vader in al die jaren had gedaan?

Vertalinge

Afrikaanstuinier
Deensgartner
DuitsGärtner
Engelsgardener
Esperantoĝardenisto
Fransjardinier
Italiaansgiardiniere
Papiamentshardinero
Poolsogrodnik
Portugeesjardineiro
SaterfriesTuunker
Spaansjardinero
Sranandyariman
Sweedsträdgårdsmästare
Tsjeggieszahradník
Turksbahçıvan
Wes‐Friestúnman