Informasie oor die woord omgaan (Nederlands → Esperanto: ĉirkaŭiri)

Sinoniem: rondgaan

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔmɣan/
Afbrekingom·gaan

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) ga om(ik) ging om
(jij) gaat om(jij) ging om
(hij) gaat om(hij) ging om
(wij) gaan om(wij) gingen om
(jullie) gaan om(jullie) gingen om
(gij) gaat om(gij) gingt om
(zij) gaan om(zij) gingen om
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) omga(dat ik) omginge
(dat jij) omga(dat jij) omginge
(dat hij) omga(dat hij) omginge
(dat wij) omgaan(dat wij) omgingen
(dat jullie) omgaan(dat jullie) omgingen
(dat gij) omgaat(dat gij) omginget
(dat zij) omgaan(dat zij) omgingen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
ga omgaat om
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
omgaand, omgaande(zijn) omgegaan

Voorbeelde van gebruik

Peyna zat in zijn studeerkamer in de haard te staren en er ging heel wat in hem om

Vertalinge

Duitsumgehen; herumgehen; umkreisen; rundherum gehen
Engelsgo round
Esperantoĉirkaŭiri; rondiri
Franscirculer
Katalaanscircundar; rodejar
Latynambire
Portugeescircular; rodear
Saterfriesuumegunge; uumgunge
Spaanscircundar; rodear