Informasie oor die woord baas (Nederlands → Esperanto: ĉefo)

Sinonieme: aanvoerder, chef, hoofd, hoofdman, leider

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/bas/
Afbrekingbaas
Geslagmanlik
Meervoudbazen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
baasjebaasjes

Voorbeelde van gebruik

Trumps eigen minister van Justitie, William Barr, bracht zijn baas afgelopen dinsdag verder in verlegenheid.

Vertalinge

Afrikaansleier
Deenschef
DuitsChef; Haupt; Vorgesetzter; Oberhaupt; Anführer
Engelsboss
Engels (Ou Engels)ealdor; eorl
Esperantoĉefo
Faroëesformaður
Finspäällikkö
Franschef
Italiaanscapo
Latyndux
Nederduitshöyvd; leider
Papiamentschif
Poolsszefo
Portugeeschefe; principal
Russiesглава
SaterfriesBoas; Chef
Spaansamo; capitán; caudillo; comandante; jefe; patrón
Srananbasi; edeman; masra; patron
Sweedschef
Thaiเจ้านาย; นาย
Wes‐Frieshaad; lieder; oanfieder; sjef; opperhaad