Informasie oor die woord rij (Nederlands → Esperanto: vico)

Sinonieme: file, gelid

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/rɛi̯/
Afbrekingrij
Geslaghistories vroulik, teënwoordig ook manlik
Meervoudrijen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
rijtjerijtjes

Voorbeelde van gebruik

Ze opende de kleerkast en bekeek de rij japonnen.
De eerste rijen van de Britse hoofdmacht stapten naar voren met de musketten gereed voor een salvo.
De gevangenen werden in een dubbele rij opgesteld.

Vertalinge

Afrikaansry
DuitsKette; Reihe; Reihenfolge; Tour
Engelsfile; line; rank; row; queue; bank; string
Esperantovico
Faroëesrað; raðfylgi
Finsrivi
Fransfile; rang; rangée; tour
Katalaanscua; fila; filera; rengle; seguit; sèrie; torn
LuxemburgsReie; Reiefolleg; Reihe
Maleisbaris
Papiamentsfila; kareda; turno
Portugeesala; cauda; fiada; fila; fileira; forma; linha; turno; vez
SaterfriesKätte; Riege; Riegenfoulge; Tour
Skots-Gaeliessreath
Spaanscola; fila; hilera; turno; vez
Srananreylo
Sweedsfil; kö; rad; räcka
Thaiราว; แถว; สาย
Wes‐Friesrige; file
Yslandsröð