Informasie oor die woord bedrog (Nederlands → Esperanto: trompo)

Sinonieme: bedriegerij, misleiding

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/bəˈdrɔx/
Afbrekingbe·drog
Geslagonsydig

Voorbeelde van gebruik

Maar dromen zijn bedrog, heer Olivier, dat is een troost.
Het is toch immers allemaal bedrog!
En welke straf staat er op bedrog?

Vertalinge

Afrikaansbedrog
Deensbedrag; bedrageri
DuitsBetrug; Täuschung; Trug; Unterschleif
Engelsdeceit
Esperantotrompo
Italiaanstruffa
Latynfraus
Noorsbedrag
Papiamentsdesengaño; engaño
Portugeesengano; fraude; logro; ludíbrio
SaterfriesBedroach
Spaansembuste; engaño
Sweedsbedrägeri; svek
Wes‐Friesbedroch; ferrifelderij
Yslandssvik