Informasie oor die woord resorberen (Nederlands → Esperanto: sorbi)

Sinonieme: opslorpen, opslurpen, slurpen, absorberen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/resɔrˈberə(n)/
Afbrekingre·sor·be·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(hij) resorbeert(hij) resorbeerde
(zij) resorberen(zij) resorbeerden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat hij) resorbere(dat hij) resorbeerde
(dat zij) resorberen(dat zij) resorbeerden
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
resorberend, resorberende(hebben) geresorbeerd

Vertalinge

Duitsaufsaugen; einsaugen; schlürfen; einschlürfen
Engelsabsorb; swallow
Esperantosorbi
Faroëesdrekka í seg; súgva upp
Finsimeä
Fransabsorber
Katalaansabsorbir; xarrupar
Portugeesabsorver; sorver
Russiesвпритывать
Saterfriesapsuuge; ienslubberje; iensuuge; slubberje
Spaansabsorber; sorber
Wes‐Friesabsorbearje