Informasie oor die woord voelen (Nederlands → Esperanto: senti)

Sinonieme: aanvoelen, gevoelen, gewaarworden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvulə(n)/
Afbrekingvoe·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) voel(ik) voelde
(jij) voelt(jij) voelde
(hij) voelt(hij) voelde
(wij) voelen(wij) voelden
(jullie) voelen(jullie) voelden
(gij) voelt(gij) voeldet
(zij) voelen(zij) voelden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) voele(dat ik) voelde
(dat jij) voele(dat jij) voelde
(dat hij) voele(dat hij) voelde
(dat wij) voelen(dat wij) voelden
(dat jullie) voelen(dat jullie) voelden
(dat gij) voelet(dat gij) voeldet
(dat zij) voelen(dat zij) voelden
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
voelend, voelende(hebben) gevoeld

Vertalinge

Afrikaansvoel
Duitsfühlen
Engelsfeel; sense
Esperantosenti
Faroëesføla; kenna
Finstuntea
Fransressentir; sentir
Grieksαισθάνομαι
Katalaanspercebre; sentir
Latynsentire
Luxemburgsempfannen
Nederduitsvölen
Papiamentssinti
Poolsodczuwać
Portugeesexperimentar; sentir
Saterfriesämpfiende; fäile
Spaanssentir
Tsjeggiescítit; pocítit; pociťovat; ucítit
Wes‐Friesfiele