Informasie oor die woord opmerken (Nederlands → Esperanto: rimarkigi)

Sinonieme: opmerkzaam maken, signaleren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔpmɛrkə(n)/
Afbrekingop·mer·ken

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) merk op(ik) merkte op
(jij) merkt op(jij) merkte op
(hij) merkt op(hij) merkte op
(wij) merken op(wij) merkten op
(jullie) merken op(jullie) merkten op
(gij) merkt op(gij) merktet op
(zij) merken op(zij) merkten op
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) opmerke(dat ik) opmerkte
(dat jij) opmerke(dat jij) opmerkte
(dat hij) opmerke(dat hij) opmerkte
(dat wij) opmerken(dat wij) opmerkten
(dat jullie) opmerken(dat jullie) opmerkten
(dat gij) opmerket(dat gij) opmerktet
(dat zij) opmerken(dat zij) opmerkten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
merk opmerkt op
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
opmerkend, opmerkende(hebben) opgemerkt

Voorbeelde van gebruik

Voor ons huidige doel moeten we wel twee bijzonderheden opmerken.

Vertalinge

Duitsandeuten
Engelsremark; observe
Esperantorimarkigi; rimarki
Franssignaler; souligner
Portugeeschamar a tenção; observar
Spaanshacer notar; señalar