Informasie oor die woord omkeren (Nederlands → Esperanto: renversi)

Sinonieme: kantelen, omvergooien, ten val brengen, omkiepen, omkieperen, omkantelen, omrollen, ondersteboven keren, omdraaien

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɔmkeːrə(n)/
Afbrekingom·ke·ren

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) keer om(ik) keerde om
(jij) keert om(jij) keerde om
(hij) keert om(hij) keerde om
(wij) keren om(wij) keerden om
(jullie) keren om(jullie) keerden om
(gij) keert om(gij) keerdet om
(zij) keren om(zij) keerden om
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) omkere(dat ik) omkeerde
(dat jij) omkere(dat jij) omkeerde
(dat hij) omkere(dat hij) omkeerde
(dat wij) omkeren(dat wij) omkeerden
(dat jullie) omkeren(dat jullie) omkeerden
(dat gij) omkeret(dat gij) omkeerdet
(dat zij) omkeren(dat zij) omkeerden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
keer omkeert om
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
omkerend, omkerende(hebben) omgekeerd

Voorbeelde van gebruik

Je hoeft op het strand maar een steen om te keren en je vindt er een.
De laden van het bureau waren stuk voor stuk omgekeerd op het blad, zodat daar nu een slordige stapel papier lag.
In totaal keerde hij de zandloper acht maal om en zodra het zand ook die achtste keer bijna weggelopen was, begon hij aan de voltooiing van zijn werk.

Vertalinge

Duitskappen; umstoßen; umstürzen; umwerfen
Engelsturn; turn over
Esperantorenversi
Faroëeskollvelta
Finskumota
Fransrenverser
Italiaansrovesciare
Katalaansbolcar; capgirar; enderrocar; subvertir
Noorskantre
Portugeesdeitar por terra; derribar; entornar; revirar
Saterfriesuumesmiete; uumesteete
Spaansderribar; invertir; poner al revés; tumbar; volcar