Informasie oor die woord staven (Nederlands → Esperanto: pruvi)

Sinonieme: aantonen, adstrueren, bewijzen, hardmaken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstavə(n)/
Afbrekingsta·ven

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) staaf(ik) staafde
(jij) staaft(jij) staafde
(hij) staaft(hij) staafde
(wij) staven(wij) staafden
(jullie) staven(jullie) staafden
(gij) staaft(gij) staafdet
(zij) staven(zij) staafden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) stave(dat ik) staafde
(dat jij) stave(dat jij) staafde
(dat hij) stave(dat hij) staafde
(dat wij) staven(dat wij) staafden
(dat jullie) staven(dat jullie) staafden
(dat gij) stavet(dat gij) staafdet
(dat zij) staven(dat zij) staafden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
staafstaaft
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
stavend, stavende(hebben) gestaafd

Vertalinge

Afrikaansaantoon; bewys
Deensbevise
Duitsbegründen; beweisen; erhärten
Engelsprove
Esperantopruvi
Finsnäyttää toteen
Fransdémontrer; prouver
Italiaansprovare
Jiddisjפּרואװן
Katalaansdemostrar; provar
Latynexperiri; probare
Maleismembuktikan
Papiamentspreba; proba
Portugeesdemostrar; fazer prova de; provar
Saterfriesbegründje; bewiese
Spaansdemostrar; probar
Sweedsbevisa
Wes‐Friesbewize; oantoane