Informasie oor die woord voorkómen (Nederlands → Esperanto: preventi)

Sinoniem: verhoeden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vorˈkomən/
Afbrekingvoor·ko·men

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) kom voor(ik) kwam voor
(jij) komt voor(jij) kwam voor
(hij) komt voor(hij) kwam voor
(wij) komen voor(wij) kwamen voor
(jullie) komen voor(jullie) kwamen voor
(gij) komt voor(gij) kwaamt voor
(zij) komen voor(zij) kwamen voor
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) voorkome(dat ik) voorkwame
(dat jij) voorkome(dat jij) voorkwame
(dat hij) voorkome(dat hij) voorkwame
(dat wij) voorkomen(dat wij) voorkwamen
(dat jullie) voorkomen(dat jullie) voorkwamen
(dat gij) voorkomet(dat gij) voorkwamet
(dat zij) voorkomen(dat zij) voorkwamen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
voorkomvoorkom
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
voorkomend, voorkomende(hebben) voorkomen

Voorbeelde van gebruik

Zesduizend agenten moeten in Athene voorkomen dat de herdenking uit de hand loopt.
Misschien had hij daardoor veel narigheid kunnen voorkomen.