Informasie oor die woord vullen (Nederlands → Esperanto: plombi)

Sinoniem: plomberen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈvɵlə(n)/
Afbrekingvul·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) vul(ik) vulde
(jij) vult(jij) vulde
(hij) vult(hij) vulde
(wij) vullen(wij) vulden
(jullie) vullen(jullie) vulden
(gij) vult(gij) vuldet
(zij) vullen(zij) vulden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) vulle(dat ik) vulde
(dat jij) vulle(dat jij) vulde
(dat hij) vulle(dat hij) vulde
(dat wij) vullen(dat wij) vulden
(dat jullie) vullen(dat jullie) vulden
(dat gij) vullet(dat gij) vuldet
(dat zij) vullen(dat zij) vulden
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vulvult
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
vullend, vullende(hebben) gevuld

Vertalinge

Duitsplombieren
Engelsfill; stop
Esperantoplombi
Spaansempastar dientes; emplomar